Skip to main content

Pensioenverevening

[cs_content][cs_section parallax=”false” style=”margin: 0px;padding: 0px;”][cs_row inner_container=”false” marginless_columns=”false” style=”margin: 0px auto;padding: 0px;”][cs_column fade=”false” fade_animation=”in” fade_animation_offset=”45px” fade_duration=”750″ type=”2/3″ style=”padding: 0px;”][cs_text]

Ouderdomspensioen

De wettelijke regeling (verevening heet dat) is dat bij een scheiding de ex recht heeft op de helft van het pensioen dat tijdens het huwelijk (of de geregistreerde partnerrelatie) is opgebouwd. Dat geldt zowel voor een gewone echtscheiding als voor een scheiding van tafel en bed (huwelijk wordt niet ontbonden). Bij je scheiding kun je hier overigens andere afspraken over maken.

De ex krijgt zijn of haar deel van het pensioen pas vanaf de datum dat de ander met pensioen gaat. Wanneer de scheiding binnen twee jaar is gemeld aan de pensioenuitvoerder, moet de pensioenuitvoerder het pensioendeel rechtstreeks aan de ex-partner uitbetalen. Veel mensen vinden dat prettig, omdat ze dan niet afhankelijk zijn van de betalingen van de ex-partner. Wordt de scheiding pas na twee jaar gemeld, dan vervalt het recht op rechtstreekse uitbetaling door de pensioenuitvoerder. Het recht op uitbetaling blijft, maar het aandeel moet je dan zelf bij de ex opeisen.

Het deel van je pensioen dat aan je ex wordt toebedeeld, wordt uitgekeerd zolang jullie allebei in leven zijn. Als de ex-partner doodgaat, krijgt degene die het pensioen had opgebouwd weer het volledige pensioen. Als degene die het pensioen had opgebouwd doodgaat, stopt voor de ex-partner de uitkering van het deel van het ouderdomspensioen. Mogelijk krijgt de ex dan nog wel een bijzonder partnerpensioen.

Conversie

Je mag van de wettelijke regeling van pensioenverdeling afwijken door bijvoorbeeld af te spreken de wettelijke verdeling niet toe te passen. Je kunt bijvoorbeeld een ander percentage overeenkomen om te verevenen in plaats van de standaard 50%. Een andere afwijking van de standaardverdeling van het pensioen heet conversie. Bij conversie worden het aandeel in het ouderdomspensioen en de waarde van het bijzonder partnerpensioen omgezet in één pensioenrecht voor de ex-partner.

Conversie kan voor de ex aantrekkelijk zijn omdat hij of zij dan zelf kan bepalen wanneer het pensioen ingaat. Het kan echter ook nadelig zijn omdat de ex na de dood van de vroegere partner het partnerpensioen misloopt. De ex-partner die voor conversie kiest, moet dus volledig in het eigen onderhoud kunnen voorzien. In veel situaties waarin alimentatie wordt ontvangen, is dit niet het geval. Conversie kan ook nadelen hebben voor degene die het pensioen heeft opgebouwd. Bij verevening zou je na de dood van de ex-partner weer je volledige ouderdomspensioen krijgen. Bij conversie gaat dat niet op, omdat je dan definitief afstand doet van de helft van je ouderdomspensioen.
Bijzonder partnerpensioen

Naast het ouderdomspensioen is er ook vaak sprake van bijzonder partnerpensioen. Een bijzonder partnerpensioen kan verzekerd zijn op risicobasis of op opbouwbasis. In het laatste geval is er daadwerkelijk een bijzonder partnerpensioen opgebouwd. De standaardregeling bepaalt dat de ex-partner het recht behoudt op het bijzonder partnerpensioen opgebouwd tijdens het huwelijk. Indien de partner die dit pensioen heeft opgebouwd komt te overlijden zal de andere ex-partner recht krijgen op dit bijzondere partnerpensioen opgebouwd tijdens het huwelijk (diens aandeel in het ouderdomspensioen komt dan te vervallen en het bijzonder partnerpensioen komt hiervoor in de plaats). Indien het bijzonder partnerpensioen echter is verzekerd op risicobasis stopt het bijzonder partnerpensioen zodra de premiebetaling stopt (einde partnerschap) en bestaat er dus in het geheel geen recht meer op partnerpensioen. Ook hier kan weer afgeweken worden van de standaardregeling, bijvoorbeeld men kan een andere periode overeenkomen, het bijzonder partnerpensioen uitruilen tegen een hoger ouderdomspensioen, of afzien van de standaardregeling.[/cs_text][/cs_column][cs_column fade=”false” fade_animation=”in” fade_animation_offset=”45px” fade_duration=”750″ type=”1/3″ style=”padding: 0px;”] [/cs_column][/cs_row][/cs_section][/cs_content]

Schenking en Erfenis

Normaal gesproken valt een schenking of een erfenis van een van beide huwelijkspartners gewoon in het gezamenlijke huwelijksvermogen. Maar degene die de schenking doet of degene die een erfenis achterlaat kan schriftelijk hebben vastgelegd dat de schenking of de erfenis niet in het huwelijksvermogen valt. Dit noemt men in vaktaal een uitsluitingsclausule.

Een voorbeeld:

Dorien is getrouwd met Frans. Zij hebben geen huwelijkse voorwaarden gemaakt en zijn dus getrouwd in gemeenschap van goederen. Dorien is enig kind en heeft behoorlijk rijke ouders. De ouders van Dorien hebben een testament gemaakt waarin staat dat Dorien hun enige erfgenaam is.

In het testament staat ook een zogenaamde uitsluitingsclausule. Dit houdt in dat de erfenis van Dorien niet in het gemeenschappelijke vermogen van Dorien en Hans valt. Als Hans en Dorien ooit gaan scheiden hoeft deze erfenis dus niet verdeeld te worden.